Fiscaal woning FB

Is er nog een fiscaal voordeel bij aankoop van een woning?

Leveren intresten fiscaal voordeel op?

In tegenstelling tot heel wat afgeschafte aftrekposten, kunt u voor de aankoop of behoud van de niet-eigen woning de intresten van een krediet nog steeds fiscaal inbrengen op hun belastingaangifte onder de gewone intresten.

Maar er zijn wel enkele voorwaarden aan verbonden:

  • Ten eerste moet het krediet (hypothecair of niet-hypothecair) zijn aangegaan om onroerende goederen te behouden of te verwerven.
  • Daarnaast is het bedrag binnen de gewone intrestaftrek beperkt tot de werkelijk betaalde intresten. Deze intresten kunnen niet hoger zijn dan het bedrag van de belastbare onroerende inkomsten.

De betaalde intresten voor uw lening kunt u aftrekken van de onroerende inkomsten onder de gewone intrestaftrek gedurende de volledige looptijd van het krediet. Zo kunt u de belastbare onroerende inkomsten verminderen en zelfs reduceren tot 0. Het belastingvoordeel is dit tegen de marginale rentevoet, ofwel de hoogste aanslagvoet waaraan u wordt belast (max. 50% + gemeentebelasting).

Voorbeeld

Kadastraal inkomen (KI): 1.000 euro
Index aanslagjaar 2022: 86,30%
Belastbaar onroerend inkomen niet-eigen woning: 140% van het geïndexeerd kadastraal inkomen
= Onroerend inkomen voor aanslagjaar 2022: 2.608,20 euro

Is het kapitaal voor de woning ook fiscaal aftrekbaar?

Ook de kapitaalsaflossingen van een krediet kunt u samen met de premie van de schuldsaldoverzekering (levensverzekering gekoppeld aan dat krediet) in mindering brengen van uw belastingen. Net zoals bij de intresten dient het krediet aan te zijn gegaan voor bv. een buitenverblijf, opbrengstpand, … kortom een niet-eigen woning.

In tegenstelling tot de intresten moet het hier gaan over een hypothecair krediet met hypothecaire inschrijving en moet de lening een minimale looptijd hebben van 10 jaar. Ook komt enkel een volle eigenaar in aanmerking, blote eigenaars of vruchtgebruikers kunnen het kapitaal niet in mindering brengen. Zolang het krediet dan ook dient voor de aankoop, bouw of verbouwing van een onroerend goed binnen de EER* én het krediet werd aangegaan via een kredietinstelling binnen diezelfde EER-zone, zit u goed.

EER: Europese Unie + Noorwegen, Ijsland en Liechtenstein

Zeker een fiscaal voordeel!

Als voorbeeld nemen we een getrouwd koppel dat in 2021 een krediet aangaat voor de aanschaf van een tweede woonst. Stel dat deze woonst een kadastraal inkomen heeft van 1.000 euro zoals in ons cijfervoorbeeld hierboven. Het koppel heeft een inkomen van respectievelijk 45.000 euro en 55.000 euro. Vervolgens wordt het KI 50/50 over de echtgenoten verdeeld.

  • Enerzijds is er het fiscaal voordeel via de gewone intrestaftrek: 2.608,20 euro (onroerend inkomen) x 50% (max. marginale aanslagvoet) = 1.304,10 euro
  • Anderzijds is er het langetermijnsparen: 2.350 euro x 30% = 705 euro; 705 euro x 2 personen = 1410 euro

Zonder rekening te houden met de gemeentebelastingen (wat de berekeningen gunstig zou beïnvloeden) zou voor aanslagjaar 2022 dit stel een maximaal fiscaal voordeel hebben van +- 2.714,10 euro!

Fiscaal alternatief?

Wilt u een eerste woning aankopen? Ook dan zijn er fiscale mogelijkheden die u wellicht interessant vindt. Want iedereen beperkt graag de te betalen belastingen tot een absoluut minimum. Koopt u dit jaar nog geen woningContacteer ons dan om uw fiscale mogelijkheden te bespreken.

Conclusie

Voor een niet-eigen woning lenen kan een groter fiscaal voordeel opleveren dan een krediet aangaan voor de eigen woning. Omdat tot op vandaag de federale fiscale voordelen voor de aankoop of het behoud van een niet-eigen woning niet zijn gewijzigd, dit in tegenstelling tot de fiscale gewestelijke regels voor de eigen woning.

Zo kunt u de kapitaalsaflossingen onder de federale belastingvermindering van het langetermijnsparen inbrengen ten belope van 30%, met een maximum van 2.350 euro. Tegelijkertijd zorgen de gewone intrestaftrek tegen marginaal tarief ervoor dat u de intresten in mindering kunt brengen, weliswaar beperkt tot de belastbare onroerende inkomsten.