Wanneer een werknemer of uzelf met een bedrijfswagen een verkeersovertreding begaat, krijgt de firma de boete in de bus. Afhankelijk van de gemaakte afspraken binnen de onderneming wordt de verkeersboete meteen betaald. U denkt alles is in orde maar een tijd nadien ontvangt u opnieuw een boete voor dezelfde feiten, kan dit?
Minnelijke schikking
Voor de inbreuk die werd begaan ontvangt u de eerste boete. Dit kan bijvoorbeeld zijn voor het gebruik van de gsm achter het stuur, een snelheidsovertreding, enz. Maar omdat deze overtreding werd begaan met een bedrijfswagen die is ingeschreven op een rechtspersoon, heeft de overheid dus het gissen naar wie achter het stuur zat. Artikel 67ter van de Wegverkeerswet omvat de identificatieplicht, waardoor een rechtspersoon verplicht is te melden wie met de wagen reed.
De minnelijke schikking bij het ‘vergeten’ is hier niet min. De sanctie bedraagt 500,00 euro plus 9,06 euro administratieve toeslag. Weigert u deze 509,06 euro te betalen? Geen probleem voor de overheid, want zij sturen vervolgens een bevel tot betaling van 900,25 euro. Daarenboven is er nog een bijdrage van 200,00 euro verschuldigd aan het slachtofferfonds.
Het is met andere woorden de eigenaar van het voertuig die verantwoordelijk is om de effectieve bestuurder die de overtreding beging te identificeren en aan te geven. Betreft het bv. een leasing dan zal de leasemaatschappij deze vraag tot identificatie ontvangen.
Boete betwisten
Uiteraard kunt u het voorstel tot minnelijke regeling betwisten. Maar bezint eer ge begint. Uw dossier zal voldoende sterk moeten zijn om überhaupt een kans te maken in de rechtbank. Louter melden dat u de minnelijke schikking en de herinneringsbrief niet ontving, is een mogelijkheid. Maar wanneer u voorheen wel de minnelijke schikking van de verkeersovertreding betaalde, wordt de geloofwaardigheid mogelijk aangetast.
2023 belooft weinig goeds
Al geruime rijd circuleert het plan voor een rijbewijs met punten in te voeren. Laat deze identificatieplicht daarom net één van de prioriteiten zijn dat hiermee samenhangt. Het idee zelf leeft al meer dan dertig jaar maar een sterke toename van het aantal verkeersdoden zou hier wel eens verandering in kunnen brengen. Een strengere aanpak van hardleerse chauffeurs zou naar analogie zijn met de landen rondom ons zoals Nederland, Duitsland, Luxemburg en Frankrijk. In België zou na de recente oprichting van een werkgroep de invoering kunnen volgen in 2024.
Maar daarvoor moet de overtreder dus kunnen worden geïdentificeerd. En omdat in België ongeveer 22% van de bedienden beschikt over een bedrijfsvoertuig, is het een belangrijke stap om ook deze groep consistent te identificeren bij een overtreding. Vanaf 2023 wordt alvast een consequente vervolging verwacht, onmiddellijk vanaf de eerste inbreuk! Als werkgever bent u dus maar beter alert.
Een goede opvolging is als onderneming dan ook belangrijk om deze vergetelheid uit te sluiten. Uiteraard blijft een onafhankelijke rechtsbijstand essentieel om u bij te staan en uw rechten te laten gelden in geval van het aantekenen van beroep tegen het bevel tot betaling. Maar ook bij vervolging voor de strafrechtbank kan dergelijke waarborg het verschil maken.
Uw offerte online berekenen?
Of contacteer ons met uw vraag.
