Roerende voorheffing als voorschot op de inkomstenbelasting
De roerende voorheffing wordt gezien als een voorschot op de inkomstenbelasting die de overheid heft op inkomsten uit roerende goederen zoals obligaties, aandelen, fondsen, spaar- en beleggingsverzekeringen, aandelen, termijn- en spaarrekeningen.
In België geldt deze heffing als bronheffing en is bevrijdend. Dit wil zeggen dat er nadien geen verrekening meer zal gebeuren in de personenbelasting. U zal de inkomsten m.a.w. niet meer moeten vermelden op uw belastingaangifte. Rechtspersonen geven klassiek de ontvangen roerende inkomsten aan in de bedrijfsboekhouding in de vennootschapsbelasting.
Wat zijn de toepasbare tarieven?
De basisregel voor ontvangen dividenden en intresten: 30%, sinds 1 januari 2017. De bank of onderneming die uw intresten of dividenden uitbetaalt, houdt de roerende voorheffing in en stort deze door naar de fiscus.
België zou België niet zijn als er geen uitzonderingen zouden bestaan.
Op de volgende inkomsten betaalt u een heffing van 15%:
- intresten op een gereglementeerde spaarrekening boven het vrijgestelde gedeelte (spaarrekening, zie fiscaliteit);
- intresten op de Leterme-staatsbons (uitgegeven tussen 22 november en 4 december 2011);
- dividenden van GVV’s die voor minstens 60% investeren in vastgoed voor woonzorg of gezondheidszorg.
Er zijn ook vrijstellingen:
- intresten op gereglementeerde spaarrekeningen binnen de vrijgestelde schijf;
- dividenden uit aandelen: teveel betaalde voorheffing dient u te recupereren bij het invullen van uw belastingaangifte
– na 1 januari 2018: vrijgesteld tot een bedrag van 640 euro per belastingplichtige per jaar
– na 1 januari 2019: vrijgesteld tot een bedrag van 800 euro per belastingplichtige per jaar - intresten m.b.t. de eerste schijf van 9.965 euro* van leningen aan startende ondernemingen zijn vrijgesteld net als de eerste schijf van 125 euro* intresten van leningen aan sociale ondernemingen.
* te indexeren
En wat bij spaar- en beleggingsverzekeringen?
Voor spaar- en beleggingsverzekeringen tak 21 is roerende voorheffing enkel verschuldigd voor opnames binnen acht jaar. Na acht jaar zijn uw reserves vrijgesteld. Wanneer u een overlijdensdekking van min. 130% opneemt in uw verzekeringscontract heeft opgenomen, hoeft u de heffing ook niet te betalen, zelfs niet bij een opname binnen de eerste acht jaar.
Spaar- en beleggingsverzekeringen tak 23: niet van toepassing
Spaar- en beleggingsverzekeringen tak 26: wel van toepassing.
Hoe wordt voorheffing berekend?
Klassiek wordt de roerende voorheffing berekend op de ontvangen bruto-intresten. U plaatst 10.000 euro gedurende 1 jaar aan een bruto-rente van 1%, dan ontvangt u bruto 100 euro. Is hierop roerende voorheffing verschuldigd dan zal het respectievelijke tarief worden toegepast en ingehouden. Bv. 30% bij een termijnrekening, d.w.z. 100 euro x 30% = 70 euro netto + 30 euro roerende voorheffing.
Bij een tak 21-verzekering geldt wel een specifieke berekening voor deze voorheffing. Zo zal de overheid uitgaan van een fictief rendement van 4,75% per jaar. Op die manier wordt bij een opname binnen de eerste acht jaar de verschuldigde roerende voorheffing berekend.
Dit delen:
- Klik om te delen op Facebook (Wordt in een nieuw venster geopend)
- Klik om op LinkedIn te delen (Wordt in een nieuw venster geopend)
- Klik om te delen op WhatsApp (Wordt in een nieuw venster geopend)
- Meer
- Klik om dit te e-mailen naar een vriend (Wordt in een nieuw venster geopend)
- Klik om te delen met Reddit (Wordt in een nieuw venster geopend)
- Klik om te delen met Twitter (Wordt in een nieuw venster geopend)
- Klik om op Tumblr te delen (Wordt in een nieuw venster geopend)
- Klik om op Pinterest te delen (Wordt in een nieuw venster geopend)
- Klik om te delen op Pocket (Wordt in een nieuw venster geopend)
- Klik om te delen op Telegram (Wordt in een nieuw venster geopend)