De 80% regel, hoe begint u eraan?

Wat betekent de 80% regel?

De 80%-regel bepaalt dat de som van het wettelijk pensioen en het bovenwettelijk (extralegale) pensioen niet groter mag zijn dan 80% van de normale bruto bezoldiging van het laatste jaar. Als uw contract hieraan voldoet dan zijn de premies van de IPT en groepsverzekering voor bedrijfsleiders voor de vennootschap aftrekbaar als bedrijfslasten.

Art. 59, WIB 92 voor 80% regel

Welke inkomsten in aanmerking komen voor de berekening van de 80%-regel? Hiervoor grijpen we terug naar het Wetboek van de inkomstenbelastingen van 1992 en in de Commentaar (Com. IB 195/8) lezen we:

Commentaar van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen 1992; Titel II Personenbelasting; Hoofdstuk II Grondslag van de belasting; Afdeling IV Beroepsinkomen; Onderafdeling III Vaststelling van het netto-inkomen; A Beroepskosten (aanvullende verzekering tegen ouderdom en vroegtijdige dood);

Art. 59, WIB 92 – Werkgeversbijdragen voor aanvullende verzekering tegen ouderdom en vroegtijdige dood worden als beroepskosten aangemerkt op voorwaarde dat ze definitief worden gestort aan een in België gevestigde verzekeringsonderneming of instelling voor sociale voorzieningen en dat de wettelijke en extra-wettelijke toekenningen naar aanleiding van de pensionering, uitgedrukt in jaarlijkse renten, niet meer bedragen dan 80 pct. van de laatste normale bruto-jaarbezoldiging en worden berekend naar de normale duur van een beroepswerkzaamheid. Een indexering van de rente is toegelaten.

Laten we dit even in ‘mensentaal’ vertalen:

Welke inkomsten tellen mee?

  • Vaste maandelijkse bruto bezoldiging (maandelijks!)
  • Extra bruto bezoldiging bedoeld als vakantiegelden (indien regelmatig, elk jaar terugkerend)
  • Als eindejaarspremie bedoelde extra bruto bezoldiging (indien regelmatig, elk jaar terugkerend)
  • Voordelen van alle aard die maandelijks worden geboekt (privégebruik bedrijfswagen, privégebruik onroerend goed vennootschap, privégebruik gsm, …)
  • Persoonlijke sociale bijdragen die driemaandelijks door de vennootschap worden betaald en tevens worden geboekt als voordeel alle aard
  • Maandelijkse huurinkomsten die ik ontvang van de vennootschap maar die als bezoldiging worden geherkwalificeerd
  • Alle andere voordelen die ik regelmatig ontvang maar als bezoldiging worden geherkwalificeerd

Inkomsten die niet meetellen?

  • Bruto bezoldigingen die niet vast en of niet maandelijks zijn uitgekeerd, idem met uitzonderlijke  of eenmalige bezoldigingen
  • Huurinkomsten die ik niet maandelijks ontvang van de vennootschap die als bezoldiging worden geherkwalificeerd
  • VAPZ-bijdragen betaald door de vennootschap
  • Tantièmes
  • Bonussen zonder regelmaat
  • ‘Bezoldigingen’ d.m.v. een boeking aanzuivering van het debetsaldo van een rekening courant

Misschien voor discussie vatbaar?

  • Voordelen alle aard die niet maandelijks worden geboekt

Hoe berekenen we de 80%-regel?

Er zijn enkele parameters die een invloed hebben op de berekening van de 80%-grens. Naast de bezoldiging dienen we uiteraard rekening te houden met de loopbaan. Maar ook de samenlevingsvorm, het reeds opgebouwde kapitaal binnen de tweede pensioenpijler én het wettelijk pensioen. Voorheen werd het wettelijk pensioen geraamd op ±25% van de bruto bezoldiging, rekening houdend met het wettelijk minimum en maximum. Door de Wet op harmonisatie van de pensioenstelsels voor zelfstandigen en werknemers kwam hier verandering in. Lees hieronder zeker ‘Update fiscus II’.

Enkel wanneer aan de 80%-regel wordt voldaan, zijn de premies aftrekbaar voor uw vennootschap. Daarom is het essentieel dat de berekening correct gebeurt. Geen nood, als professional nemen wij deze taak ter harte en bezorgen u het resultaat. Hieronder geven we u graag inzicht in de regels en parameters hoe het resultaat tot stand komt.

Formule berekening 80%-regel

Bovenwettelijk pensioen ≤ (80% x ‘normale’ bruto bezoldiging – wettelijk pensioen)

X(n/D) x (coëfficiënt) – andere kapitalen

  • Bovenwettelijk pensioen:  pensioen dat wordt opgebouwd binnen de tweede pijler van de pensioenen. Bijvoorbeeld pensioensparen valt onder de derde pijler en wordt dus niet meegenomen in de berekening.
  • (Laatste) ‘normale’ bruto bezoldiging: zie hierboven ‘welke inkomsten tellen mee’
  • (Geraamd) wettelijk pensioen van bedrijfsleiders: dit kan sinds 2021 worden geraamd op ±50% van de bruto bezoldiging, rekening houdend met het wettelijk minimum en maximum dat jaarlijks wordt herzien.
  • n/D: (het aantal gepresteerde + te presteren dienstjaren) / looptijd van een normale carrière, met een maximum van 1. Voor een zelfstandige is de looptijd van een normale carrière momenteel vastgelegd op 40 jaar.
  • Coëfficiënt: de bekomen jaarlijkse rente wordt omgezet in een kapitaal. De coëfficiënt is wettelijk vastgelegd en schommelt tussen de 11,3761 et 18,3749. Leeftijd, burgerlijke staat en al dan niet indexatie van die rente spelen hier een rol.
  • Andere extra kapitalen (uitgedrukt in rente): voorbeelden zijn groepsverzekeringen, RIZIV-contracten, individuele pensioentoezeggingen, VAPZ-contracten, …

Er wordt door de formule het maximale bovenwettelijke pensioen inclusief de winstdeelname berekend. Deze winstdeelname wordt forfaitair geraamd op 20%. Om het maximale te verzekeren kapitaal te kennen, moeten we het bedrag dus nog delen door 1,20.

Update fiscus

Backservice (2020-2021)

De laatste maanden worden verzekeraars vaker geïnformeerd over een gewijzigd standpunt van de fiscus in het kader van de 80%-regel. Wanneer een vennootschap besliste om geen inhaling / backservice te doen van de jaren gepresteerd buiten de onderneming (max. 10 jaar) dan moest de vennootschap tot nu toe geen rekening houden met de bovenwettelijke pensioenen opgebouwd buiten de huidige onderneming. Deze visie werd tot nu door alle verzekeraars gevolgd.

Dit standpunt wordt niet langer aanvaard door de fiscus en verdeelt de verzekeraars momenteel in twee kampen. Terwijl het eerste kamp achter de initiële interpretatie blijft staan, groeit de tweede groep. Zij passen uitsluitend het gewijzigde standpunt van de fiscus toe om hun klanten te beschermen tegen eventueel onheil. Kiest u echter voor de oude interpretatie dan kan er geen garantie meer worden gegeven dat deze berekening nog fiscale aftrek van de premie(s) mogelijk maakt! Het risico bestaat dat in geval van een fiscale controle de fiscale aftrek van deze premies dan wordt verworpen.

Laat u daarom samen met uw boekhouder steeds bijstaan door een expert.

Het wettelijk pensioen van een zelfstandige (2022-2023)

De fiscus paste door de Wet op de harmonisatie van de pensioenstelsels voor zelfstandigen en werknemers ook de regels aan om het wettelijk pensioen te ramen. Hiervoor werd circulaire 2022/C/33, 31 maart 2022 uitgestuurd.

25% was het geraamd, wettelijk pensioen als zelfstandige dat tot 2020 werd gebruikt in de berekeningen. Voor de gepresteerde jaren vanaf 1 januari 2021 en nog te presteren jaren dient er rekening te worden gehouden met 50% van uw brutoloon. Ondanks de circulaire pas voorjaar 2022 werd gepubliceerd, telt deze echter al sinds 1 januari 2021. Deze berekening zou m.a.w. retroactief moeten gebeuren, want wat met de premies die in 2021 werden gestort?

De verduidelijking van de fiscus op 29 augustus 2022 via circulaire 2022/C/79 toonde alvast enige tolerantie voor inkomstenjaren 2021 en 2022. Deze houding was enkel van toepassing voor de mogelijke problemen die betrekking hadden op de afschaffing van de harmonisatiecoëfficiënt.

De beroepsvereniging Assuralia pleitte al langer voor een overgangsperiode. Op 22 december 2022 kwam er (weliswaar zeer laat in het inkomstenjaar 2022) uiteindelijk toch witte rook uit de schoorsteen. De zelfstandige jaren van vóór 2021 mogen aan 25% i.p.v. de eerder opgelegde 50% mogen worden berekend. Voor de jaren gepresteerd als zelfstandige vóór 2021 bedraagt het maximale pensioen bijgevolg 17.948,22 euro (voorheen 35.896,43 euro). Voor 2022 stijgt dit tot 19.118,37 euro.

Met de circulaire 2023/C/10 als aanvulling op voorgaande formaliseerde de fiscus op 16 januari 2023 de zaken. Zo is de tolerantie onbeperkt in de tijd en biedt definitief en voldoende zekerheid voor de consument.

Doordat het geraamd, wettelijk pensioen nu opmerkelijk hoger ligt, dient u uw pensioenplan te laten herzien (als dit nog niet is gebeurd). De herberekening zal tot gevolg hebben dat uw vennootschap minder premies in aftrek kan nemen (lees: fiscaal gunstig kan sparen voor u). Contacteer ons om uw bestaand pensioenplan te laten updaten door een expert of maak nu een afspraak.

Vraag uw offerte online

Of contacteer ons met uw vraag.

KMOLevensverzekering